donderdag 25 juni 2009

Zo maar op donderdagmorgen

Iedere donderdagmorgen speelt de senioren bridgeclub de wekelijkse competitieronde alhier in "mijn "gebouw, meestal een aantal deelnemers deelbaar door vier maar af en toe is er een paar te weinig of te veel en komt het fenomeen "rusttafel" ( inspannende sport hoor dat kaarten ) aan de orde. De gesprekken aan die rusttafel gaan meestal over de fouten die , vooral door de ander natuurlijk, gemaakt zijn tijdens de vorige spelronde. Een enkeling neemt het begrip rusttafel niet zo letterlijk en gaat op de gang zitten, meestal omdat hij, in dit geval, er niet mee te koop wil lopen dat hij aan z'n vierde portje bezig is ( het is al half elf 's morgens...). K. is de naam, ik kan dit vermelden omdat er wel vier Kezen rond lopen te wezen, dus niemand weet over welke K. we hier spreken, alhoewel er natuurlijk maar één K. is die om half elf 's morgen al aan z'n vierde portje lurkt. K. zit dus met M., een naam die prachtig past bij z'n leeftijd of bij een mooie Duitse herdershond, ietwat erg luidruchtig te babbelen over naar later blijkt Viagra. Hoor ik het goed, denk ik terwijl ik in mijn kantoortje een vijftal meters verderop de beursberichten van Polaroid aan het doornemen ben: "Het zit tussen je oren M., als je denkt dat hij het niet doet, dan doet hij het ook niet maar zó'n half pilletje helpt je er wel doorheen, ze zijn fantasties". De onlangs zeventig jaar geworden M. heeft een nieuwe vriendin, hij woont nog bij z'n vrouw thuis, maar slaapt regelmatig bij z'n vriendinnetje ( 58 ). "s Avonds is dat ding als een levenloos fietsventieltje maar 's morgens staat hij zo fier als de vuurtoren van Westkapelle te blinken" hoor ik M. luid en duidelijk dan weer zielig dan weer trots zijn mannelijke toestand verkondigen. Ik kan veel hebben maar ben niet erg geinteresseerd in het beeld van de door M gevisualiseerde enorme ochtend erektie. Het gaat me nu dus even te ver, het geluid dat de vijf meter naar mijn kantoortje moeiteloos overbrugt moet toch ook de vijf meter de andere kant op naar het kantoor van de aldaar arbeidende dames der Kunstedukatie eenvoudig kunnen bereiken en dat zint me niet. Met stem die bij een resoluut "Beheerder" past, spreek ik de ouwe geilaards toe, " Heren, dit lijkt me niet de juiste plaats om over het slappe lulletje van Max ( oh sorry M. ) te redeneren, bovendien lijkt me het levenloze ventieltje niet in staat om het formaat van de Westkapelse vuurtoren als vergelijk te laten dienen, het exemplaar van Miniatuur Walcheren of liever nog een afbeelding daarvan op een aansichtkaart lijkt me meer dan groot genoeg". Met deze woorden in de oren druipen de twee oude mannen met rode hoofden af, de ene vanwege de port waarschijnlijk en de andere omdat het gewoon erg warm is in dit gebouw gedurende de zomermaanden en het hem te veel aan strand en vuurtorens doet denken. Ik neem nog maar een kop koffie en wacht tot mijn collega T. me af komt lossen, hij mag vanmiddag met de praatgroep van stokdoven een gesprek gaan voeren....heb meelij, doch het is bijna vakantie.

maandag 8 juni 2009

Sur Sure....



"Dus binnenkort gaan we op pelgrimstocht te voet naar Santiago de Compostella, we proberen serieus van de drank af te komen en zullen eens kijken of er daar een helpende of helende hand wordt uitgestoken.... we blijven natuurlijk wel gewoon drinken tot we daar zijn, maar dan stoppen we ermee ! Mocht het vlees op de terugweg toch weer te zwak blijken, dan gaan we volgend jaar gewoon naar Lourdes ! De plannen liggen al klaar..." We waren tijdens een van onze jaarlijkse motoruitjes terecht gekomen op een heerlijk rustige camping in Belgisch Limburg met een weliswaar hoog geitenwollensokken gehalte, maar door het contrast bedevaargangers-motorijders/drinkebroers gevuld met mogelijkheden tot humor. Toch fronsten de twee voorhoofden van onze tafelgenoten zich eventjes bij het horen van deze openingszin, ik ga naar het urinoir en Neut legt de brave mensen uit dat er wel meer onzin te verwachten valt, we zijn ten slotte op stap. Motoruitjes bestaan uit een motorrit en wandeltochten met camera op zoek naar plaatjes en vertier. Na jaren lang ploeteren met autocompactcameraatjes al dan niet met film of memorystick uitgerust, heeft mijn vriend Neut eindelijk een fatsoenlijke camera voor z'n *ste verjaardag weten los te peuteren.....Hij is er blij mee en ik doe net alsof ik het beter weet dus vertel hem over diafragma, sluitertijd, witbalans en isowaarden. Ook compositie komt aan de beurt, inhoud slaan we voorlopig over, we zijn in Belgisch Limburg, waar vinden we inhoud, de dorpen zijn leeg, slechts de weilanden zijn vol zeer, zeer dikbillige koeien. Zo dikbillig dat, hoorden we later, vijftig ( 50 ) procent ( % ) van de geboortes per keizersnede passeert, onfatsoenlijk dieronvriendelijke doorkweek. Maar zo rustig en stil dat het hier is, bijna onbeschrijflijk maar ik doe een poging, - behalve het prachtige gezang van de vogels dat klinkt van vroeg tot laat en het pruttelende geschijt van de koeien regeert hier de stilte-, tot zover de romantiek. De inhoud wordt dus onvermijdelijk het landschappelijke en een enkel toevallig passerend portretje, bij voorbeeld van de plaatselijke hereboer Jules. Jules ontmoetten we op avond één, we fotograferen een frame van wat eens zijn grote schuur/loods moet worden, Jules vertrouwde het niet en vraagt wat we aan het doen zijn. ik vertel hem in mijn beste Waals van de aangeboden situatie, vervolgens blijkt Jules enig Vlaams te spreken. Geboren tussen Ossendrecht en Zandvliet, nu tandenloos en accentvol ( buurman Debacker, voor zijn pensionering houthacker, bemoeit zich met andermans zaken en blaast in het Vlaams over de strak geschoren heg " tussen Ossendrecht en Zandvliet ? Hij zijt heboren tussen de bènen van oew moeder! " en bemoeit zich daarna verder met het onkruid ) in no time is de familie verzameld, moet ik een portretje schieten en ernstig beloven dit op te sturen, ok Jules, komt eraan. Donderdagmiddag waren we vertrokken, erg koud maar droog, na twee Blonde Leffes in het campingcafe op weg naar het dichtsbijzijnde dorp vijf kilometer verderop, daar is een cafeetje, wordt verteld. Cafe open? nee dat niet ( wat is dat toch in Wallonie, vorig jaar ook al zoiets moeten waarnemen ) maar wel een bakker met frisse Jupiler in de automaat voor de deur, waar kom je dat nog tegen, ik vermoed dat Europa hier geen voorstander van is. Dan maar weer de zelfde vijf kilometer in omgekeerde volgorde terug lopen alwaar ten slotte de warme hap en de koele versnaperingen wachten. De avond wordt gevuld met geanimeerde gesprekken over Europa, drie broers uit de buurt van Loksbergen op jaarlijkse staptocht, de een nog zatter dan de andere, ja Rochefort is een pittig biertje, vermaken ons met heerlijke anekdotes, voorbeelden van hoe het niet moet, maar hoe het hier dus wel gaat. Voor ik het weet is het half tien de volgende morgen en sta ik met een lichte kater voor de ontbijttafel de dagroute te bekijken, een rondje van 15 kilometer over geaccidenteerd terrein, pittige hellingen door ons beiden "ware klootzakken" genoemd. Het weer is aangenaam fris, de wolken zijn nog gebroken dus ideaal voor onze landschapsfotografie. Later wanneer het grijs wordt zijn we blij dat we vroeg op de tocht veel geschoten hebben. Neut een dikke honderd en ik toch zeker 3 rolletjes van twaalf ( wat veel is in de oude Ikoflex. eh, lichtmeter mee? nee alles volgens de sunny 16 rule, die werkt.) en wat Polaroid i-zone plaatjes, een Polaroidprodukt van absoluut de slechts mogelijke kwaliteit. Ik wist dat wel maar ben benieuwd hoe de beeldjes ( 2,5 x 4 cm ) zich laten zien wanneer gescand en vergroot tot 25 x 40 cm. 's Avonds zijn we moe en tevreden, eten wat, drinken wat en snurken wat tot de ritssluiting van Neut het begeeft, klappertandend snurken gaat niet en vervolgens is het voor mij dus een rustige nacht. Dag drie beloofd qua weer niet veel goeds, toch houden we het 20 kilometer droog, met een boog om de camping belandden we zowaar toch nog op een terrasje, Cafe/feestzaal/bowling/friterie en dagbladen "de Oase" te Vaux-sur-Sure... een ware beleving, geloof me, tot het begint te regenen en vervolgens niet meer stopt. Retour campeerplaats, waar je op de meeste campings niet verder komt dan frites met steak of schnitzel worden we wederom met een goede maaltijd ( biologisch en diervriendelijk, ook al is er een levende boeren-scharrelkip voor geslacht ) verwend. Drie dagen zijn zo voorbij vandaar alweer terug naar huis. Regenpak aan ? "nee joh ben je gek, het blijft droog" sputtert Neut, vervolgens rijden we dus na 25 kilometer de eerste en op één na natste regenbui van de dag binnen. Stoppen en alsnog de plastiek pakken aan, bij Brussel is het droog, met een schuin oog zie ik Neut nog denken " t pak weer uit ?" ik rij door en bij Goes valt zoals gewoonlijk is bij Goes de volgende en natste bak water. Een weekend wederom voor herhaling vatbaar.