dinsdag 12 februari 2008

Keihard ( 2 )



Twee jaar nadat Piet Slotermans zijn ontslag had gekregen bij de recherche zat hij in de diepste put die men maar kan bedenken. Na het ontslag was vorig jaar ook zijn Poolse vrouw er onverwacht en met meename van hun zoontje èn het restant van de bankrekening met de noorderzon verdwenen in oostelijke richting. Alle pogingen om op zijn minst het kind terug te krijgen eindigden zonder resultaat. De raad van kinderbescherming vond de belangen van de moeder groter en verder geen discussie. Werk kwijt, geld kwijt, vrouw en kind kwijt en nu ook zijn huis kwijt. Na het ontslag was het snel gegaan, de geboorte van hun kind had de boel nog even bij elkaar gehouden, maar het overmatig drankgebruik van Piet en de stagnatie van de inkomsten uit arbeid zorgden voor een opgefokte crisissituatie met het verdwijnen van Svetlana als gevolg. En dan gaat het snel hoor, alcohol en advocaten krijg je niet voor niets, daar horen een volle beurs en een vette bankrekening bij. De laatste weken sliep Piet in Het Witte Huis, een opvangtehuis voor dak- en thuislozen van de Pinkstergemeente. Een bed, een boterham, een kop soep en een zakcentje van 5 euro per dag is alles wat er overblijft van de bijstandsuitkering. Vijf euro, precies genoeg voor een broodje Hemaworst en 8 halve liter blikken Aldibier, zijn bijna dagelijkse rantsoen. Daar moet snel een eind aan komen, vond ook Piet zelf en toen hij op de dijk bij de molen zijn dag en maag vulde met bier drinken, schoot het voorval met die maffe kanarieboer weer door zijn gedachten. Die gaat boeten, de klootzak, was alles wat hij kon denken. Acht blikken later, met een half stuk in zijn versleten kraag, stapte hij op zijn gestolen opoefiets richting Westhavendijk waar die vogelaar woonde. Een paar flinke klappen op de voordeur waren genoeg om oog in oog te staan met een wit weggetrokken Vandeheuvel, de kanarieboer. "Hoe is het met je eieren klootzak" bralt de doorgedraaide Slotermans "Moet je soms nog een ommeletje" en kopstootte de arme man achterover de deuringang in. Het geluid van een gebroken neus en direkt daarna de schedel die keihard op de tegelvloer brak was als een gruwelmoment in een slechte horrorfilm. Half beseffend wat hij gedaan had stapte Slotermans over het lichaam de gang in, de keuken door naar de achterplaats, daar waar de volière met een dertigtal witte kanaries stond. Pas daar drong het bizarre incident volledig tot hem door en beleefde de afgelopen jaren in een flits, zakte door de knieen en zag toen het touw liggen. Het is over Piet, waren de geprevelde woorden toen hij de stoel enige minuten later vanonder hem vandaan schopte.

Geen opmerkingen: